Wanneer er sprake is van overprikkeling – door een teveel aan interne en/of externe prikkels – kan dit in een autistische meltdown (autistic meltdown) resulteren. Door de overspoeling van prikkels ontstaat er een (spreekwoordelijke) kortsluiting waarbij de autist de controle over zichzelf volledig verliest. De manier waarop dit zich precies uit, verschilt per autist en situatie.
Doordat de twee voor buitenstaanders – vooral vanwege een gebrek aan kennis en inzicht – sterk op elkaar kunnen lijken, worden (autistische) meltdowns regelmatig verward met woedeaanvallen (tantrums).
Meltdowns zijn dus een naar buiten gerichte reactie op een overdaad aan prikkels. Die voor omstanders, maar ook de autist zelf, beangstigend kunnen zijn.