Bij onderprikkeling kan er – net als bij overprikkeling – sprake zijn van een verstoorde prikkelverwerking. Waar bij overprikkeling echter teveel prikkels doorkomen, is dit bij onderprikkeling juist te weinig. Ofwel: er worden meer prikkels weggefilterd dan normaal gesproken (idealiter) het geval zou zijn.
De term onderprikkeling kan echter ook gebruikt worden om een gevoel / situaties te omschrijven waarbij er – voor de betreffende persoon – simpelweg niet voldoende prikkels zijn. Zoals bijvoorbeeld te weinig (cognitieve) uitdaging op school of werk.