Net als meltdowns worden shutdowns veroorzaakt door een teveel aan interne en/of externe prikkels (overprikkeling). In tegenstelling tot meltdowns zijn shutdowns echter een naar binnen gerichte reactie op een overdaad aan prikkels.
De manier waarop een shutdown zich uit, kan per autist en situatie verschillen. Veel autisten ervaren dat ze volledig naar binnen keren en zich tijdens een shutdown het liefst ergens veilig in de foetushouding bevinden. Ze wel wakker, maar niet meer ‘bereikbaar’ lijken te zijn. (Ongekozen) selectief mutisme is dan ook veelvoorkomend bij shutdowns.
Een (kleiner?) deel van autisten ervaart een shutdown op een wellicht meer letterlijke manier: alsof alles tijdelijk wordt uitgeschakeld. En ze dus tijdelijk bewusteloos raken (flauwvallen). Vaak voelen ze zich daarna als ‘nieuw’. Alsof de overprikkeling een volgelopen buffer betrof en dit leeggemaakt werd doordat hun lichaam zichzelf een ‘herstart’ heeft gegeven.